De brahmavihara zijn de 4 verheven toestanden van de geest. Deze kwaliteiten bevorderen rust, kalmte, liefde en vrede in de mens. Het typische beeld dat bij de boeddhistische beoefenaar hoort. Al zul je er wel veel voor moeten oefenen voordat het een tweede natuur wordt.
Liefde (metta) voor iedereen. Niemand buiten gesloten en natuurlijk ook liefde voor jezelf. Soms kun je heel liefdevol zijn naar andere mensen, dieren of planten. Zo liefdevol zou je ook naar jezelf kunnen zijn. En bij het beoefenen van deze kwaliteit discrimineer je ook niet tussen mensen. Je kiest niet wie deze liefde wel of niet verdient. We zijn het simpelweg allemaal waard.
Compassie (karuna) voor het lijden van anderen. Je erkent het lijden dat anderen ervaren. Je kan er een empathische houding tegenover aannemen. Je bent in staat in te voelen wat de ander doorstaat, maar je laat je er niet door meeslepen. In plaats daarvan oefen je hoop, medeleven en de wens dat de ander van lijden verlicht zal worden.
Blij zijn voor een ander (mudita). Je schept vreugde in het geluk van andere mensen. Als de buurman een nieuwe auto heeft dan begrijp je zijn plezier en vreugde en ben je blij voor hem. Ook al is een auto niet zo goed voor het milieu. Als je in nood zit kan hij je ergens heenbrengen. Je weet het niet altijd zeker of iets een goede keus is, maar je kan wel zien of iemand ergens blij mee is. En dat gevoel deel je in vreugde.
Gelijkmoedigheid (upeksha) heeft te maken met oordelen of beter gezegd niet oordelen. Je accepteert situaties zoals ze zijn. Zeker ervaar je verdriet, angst, woede of geluk bij verschillende omstandigheden, maar je accepteert de situatie en zorgt met aandacht voor je gevoelens. Je blijft in evenwicht. Zo blijf je in staat helder en kalm te blijven en sta je open voor andere zienswijzen. Iedere situatie heeft meerdere kanten. Ook verdrietige situaties kunnen geluk in zich verbergen.